donderdag, december 28, 2006

Comeroo Camel Station

Reeds 2 jaar geleden werd er in Broke gesproken over een unieke plek = de Camel-farm in Bourke (= ook een wwoofing-plaats). De verhalen klonken telkens veelbelovend en het mijne zal slecht een fractie kunnen beschrijven van hoe ongelofelijk fantastisch het voor ons ook was.

Ik schrijf wel telkens camel-farm in Bourke maar eigenlijk feitelijk ligt de farm 200km ten noorden van Bourke. Het is een rit van bijna 1000km met weinig hoogtepunten of het zou moeten zijn dat Jean en Peter mijn parkeermaneuver, waarbij ik een klein beetje teveel achteruit rij zo speciaal vonden. Het overgrote deel van de wegen lopen loodrecht door een desolaat landschap waarbij het ene stadje er al triestiger bijligt dan het andere. De droogte die grote delen van Australie al meerdere jaren teistert komt hier nog uitdrukkelijker in beeld. Als ik eens wat meer tijd heb en up-to-date ben met mijn blog (haha!?) hoop ik over die droogte eens wat meer te kunnen neer pennen. Het gaat hier van kwaad naar erger en dan zwijg ik nog over de vele bosbranden die hier heersen.



Uiteindelijk bereiken we bij zonsondergang Comeroo Camel Station. Het is slechts een letter extra dan Broke maar wel een wereld van verschil. Het enthousiasme van Marian is ver te zoeken bij Bruce en Christine. Het lijkt alsof ze daar op hun eilandje/boerderij alle vormen van communicatie hebben verloren. Behalve hun farm is er in de eerste 25km geen levende ziel te bespeuren en de dichtsbijzijnde pub ligt 80km verder. Daarbij komt nog eens dat die pub van ver of dichtbij niet gelijkt op wat jij en ik van een pub verwachten. Gelukkig hebben we zelf een karton bier mee en eveneens een berg verse groenten en fruit want een supermarkt is nog eens veel verder.

Eerst even iets rechtzetten; ik schrijf wel telkens camel-farm, maar ten eerste hebben ze geen kamelen maar dromidarissen en ten tweede dienen die beesten enkele als attractie. Op de farm kan je namelijk verblijven om een 'outback experience' op te doen. De kamelen (ik blijf ze ook kamelen noemen) dienen voor tochtjes door de outback, te vergelijken met het reizen met paard en kar. Op de farm die zo'n 100.000 acres (40.000 hectares) groot is lopen behalve die 16 kamelen ook nog eens 1500 schapen en 600 stuks vee.

Het leven hier is geen pretje en de eerste 24u maken dat al vlug duidelijk. Wanneer Bruce de bel luidt iets voor 6u weten we dat het tijd is om te ontbijten. Hiervoor hebben we dus al 'genoten' van een douche met bruin water en eveneens enkele kikkers in de wc-pot doorgespoeld. De reden dat we zo vroeg beginnen is vrij simpel; tegen 12u is het hier meer dan 40C en dus nie te doen om nog te werken. Een middagpauze van 4u is dus ideaal om te lunchen en af te koelen in het zwembad. Alhoewel, ik zou er geen problemen mee hebben om over de middag door te werken maar dan zouden die honderden of beter duizenden vliegen op en rond mij wel moeten verdwijnen. De hitte went reeds na enkele dagen, die vliegen blijven zelfs na een week vreselijk ergerlijk. Het is om zot te worden: het voortdurende gezoem in je oren, de kietelingen van vliegen in je oren, onder mijn brilglazen en als dat nog niet erg genoeg is ook nog eens zo'n str**tvlieg die je keelgat binnen geraakt BBAAHHH! Tegen 16u30 beginnen we opnieuw maar enkel voor 2 uurtjes.
Tussen het wegjagen van al die vliegen door verrichten we een resem werkjes. Ik som ze even op in volgorde van leuk tot super de max:
  • 'Fencing' = de honderden km omheining zijn altijd wel ergens aan vervanging toe en wij nemen gedurende enkele dagen zo'n kleine 3km voor onze rekening.
  • Castreren van schapen en lammetjes. Die lammetjes zijn hier al een jaar oud en beseffen precies maar al te goed dat we van hem een zij willen maken dus mak kan je ze niet noemen. Maar hoe zou je zelf zijn? Het is niet de meest diervriendelijke wijzen waarop we te werk moeten gaan, maar that's life hier. Behalve het vangen en op de rug leggen van de dieren, probeer ik ook 1x zo'n elastiekje rond de ballen de spannen. Het blijft bij die ene keer en ik ben blij dat we er niet bijzijn wanneer al die ballen op de grond vallen. het elastiekje zorgt er namelijk voor dat de bloedtoevoer naar de ballen wordt dichtgeknepen zodat 'ze' er na een tijdje simpelweg afvallen. Ik zal niet schrijven over die ene keer dat Bruce gebruikt maakt van een mes ipv een elastiek...
  • Het vangen van de schapen. Ongetwijfeld een van de leukste dingen in Aussie gedaan. In het gammele busje kilometers rijden op zoek naar de schapen om er dan uit te springen en in een kort sprintje en met een gepaste pantersprong een schaap plat op de grond te krijgen.

Ik mag zeker niet vergeten te vertellen dat de sfeer ondertussen ook totaal is omgeslagen. Was het hier de eerste dag maar triestig en verre van leuk, dan is het hier met de dag leuker aan het worden. Bruce en Christine wachten blijkbaar de eerste dag wat af om daarna volledig open te bloeien. We hoeven elke dag maar de voeten onder tafel te schuiven en worden op onze laatste dag (zondag 3 dec) super in de watten gelegd.

's Morgens gaan we op zoek naar de kamelen, we vinden de beesten enkele km verder en als goeie herders brengen we ze naar huis. Drie van hen worden er uitgepikt om een tochtje te maken. Eveneens neemt Bruce ons mee in zijn schuur waar hij vallen allerhande (muizen, beren, ...) verzamelt en dat is slechts 1 van zijn collecties. Als voorbereiding voor het diner dat wij deze avond zullen koken zetten we enkele Yabbie-vallen in de rivier. Yabbies zijn te vergelijken met rivierkreeften en naar mijn bescheiden mening zouden die een ideaal voorgerechtje vormen.


Het letterlijke hoogtepunt wordt de trip met vliegtuigje van Bruce. Zijn Cessna XP Hawk, voor de kenners, heeft plaats voor 4 personen en laat ons 100% puur genieten van de outback. Ik kan het amper geloven, gelukkig dat Jean me even in de wang knijpt! Eens terug op de grond (maar van contentement nog 1m zwevend in de lucht) is het tijd om de yabbie-vallen te checken. We hopen op eentje, het is tenslotte zomer en niet het ideale moment om die beestjes te vangen. Maar gelijk dat alles de laatste dagen meezit is het nu niet anders en hebben we er 8 om te verorberen.


Het weekje Camel-farm wordt dankzij Bruce en Christine, de zoon, Ralf (hond), lekker eten & drinken, onszelf en veel country muziek schitterend afgesloten. Jean en ik beloven in de wintermaanden nog eens 2 weken terugtekomen. Ik kijk er nu al naar uit, maar ik moet wel oppassen dat ik dat op niet te veel plaatsen ga zeggen of ik geraak hier nooit meer weg.

Tot in 2007

Stijn