dinsdag, mei 15, 2007

Tussendoortje

DE MESTKEVER


Australie, dat wordt nooit wat. Het ontbreekt er aan mensen en het ontbreekt er aan dieren. Pogingen om beide gemissen aan te vullen zijn op een mislukking uitgelopen. De inheemse bevolking werd aangevuld met strafgevangenen en de inheemse fauna met konijnen. De desastreuze gevolgen zijn nu nog te zien.
Het probleem van de Australische fauna is dat er geen zoogdieren leven zoals de onze. Er zijn alleen buideldieren. Die zijn grappig om te zien en enkele kunnen flinke sprongen maken, maar melken kun je ze niet. Daar koop je dus niets voor. Bijgevolg heeft de mens al in 1788 koeien naar Australie gebracht. Koeien geven wel melk. Behalve melk geven ze ook vlaai. In Nederland/Belgie geldt dit als kostbare mest. 'De mest is geen heilige,' zegt het spreekwoord, 'maar hij doet wonderen waar hij valt.' Op mest groeit gras, gras wordt gegeten door koeien en koeien geven melk.
Niet zo echter bij de kolonisten in hun ongeluksland. Hun gras wil op koeienmest niet groeien. Ongebruikt blijft de mest liggen waar de koe hem heeft laten vallen. Zo wordt het beetje gras dat konijnen hebben laten staan, bedolven onder de vlaaien. Aangezien een koe met zijn uitwerpselen per jaar 800 vierkante meter weiland bederft, gaat er per jaar in Australie grasland ter grootte van heel nederland verloren. Bovendien huizen in de vlaaien allerhande steekvliegen en andere ziekteverwekkers. Wat een land van melkkoeien en honingbijen had moeten zijn, is verworden tot een land van stront en strontvliegen.

Kern van het probleem is, dat gras niet van mest leeft maar van de voedingszouten die erin zijn opgesloten. De taak om uit mest de pokon vrij te maken wordt door een groot aantal organismen vervuld. Een centrale plaats wordt ingenomen door de mestkevers. Van de mest kneden ze bollen ter grootte van een bitterbal, die ze op een rustig plekje oppeuzelen. Uit dankbaarheid hebben de Egyptenaren hun mestkevers heilig verklaard. Dat is de reden waarom we wel een heilige mestkever hebben - de scarabee - maar niet bij voorbeeld een heilige pissebed.
In Australie is men niettemin slecht over zijn mestkevers te spreken. Ze zijn er wel, veel zelfs, maar ze lusten alleen buideldierenmest, die lekker droog en vezelig is. Een fledderige koeienvlaai kan hen niet doen watertanden. Dat pleit voor hun goede smaak, maar stelt de Australiers voor problemen.

Zoals een Nederlander/Belg zijn problemen te lijf gaat door het instellen van een nieuwe commissie, zo meent men in Australie problemen op te moeten lossen door de import van weer een nieuwe diersoort. Twee eeuwen na de koe heeft men nu ook koeienmestkevers ingevoerd. Deze blijken zich boven verwachting van hun taak te kwijten. In straf tempo wordt de mest nu afgevoerd.
Toch zijn de problemen niet van de baan. De ziekteverwekkende strontvliegen zijn gebleven. Ook hiervan is de oorzaak inmiddels achterhaald. In hun ijver om ditmaal geen fouten te maken hebben de Australiers de fout begaan de kevers voorafgaande aan hun import aan een rigoureuze quarantaine te onderwerpen. Zodoende zijn behalve ongewenste kiemen ook de mijten die op mestkevers leven in Europa achtergebleven. Juist deze mijten, die door de kevers van vlaai naar vlaai worden vervoerd, bestrijden de strontvliegen het meest doelmatig, door hun eieren op te eten. U begrijpt dat men nu druk doende is, koeienmestkevermijten te importeren. U moet niet denken dat ze gek zijn, daar in Australie!

Waarom dit verhaaltje? Wel ik heb hier enkele weken geleden in een hostel een boekje gevonden van Midas Dekkers, 'De mol en de baviaan'. Daarin heb ik het bovenstaande verhaal gelezen en ondanks dat het reeds uit 1995 dateert is het nog steeds brandend actueel. Ik spreek nu niet in het bijzonder over die koeienmestkevermijten maar in het algemeen over de vele uitheemse fauna & flora in Australie.

Ik heb er net een weekje vrijwilligerswerk opzitten dat volledig ging over het opsporen van de 'invasive African big headed ant'. Alle inheemse mieren kunnen niet op tegen deze soort en dus is het koorstachtig zoeken naar het ultieme middel om deze mieren uit te roeien. Het probleem is echter al veel te groot om de Afrikaanse groothoofd mier 100% uit Australie te laten verdwijnen. Enkele specialisten hebben het juiste vergif gevonden en hopen nu om met succes in bepaalde regio's het natuurlijk evenwicht te herstellen.

Allemaal erg complex en tegelijkertijd vreselijk boeiend! Meer over deze unieke ervaring over enkele weken!!!

Groetjes uit Darwin

Stijn xox