Ter land, ter zee en in de lucht
Om de titel van dit stukje in ere te houden begin ik 'te land'. We hebben namelijk Bourke verlaten en rijden weg van de verstikkende hitte van de outback. De ellenlange verlaten wegen maken stilaan weer plaats voor iets meer tekens van leven. De eerste avond blijft dat teken echter niet te lang leven. Ik verklaar me nader: wanneer ik ook mijn deeltje van de vele af te leggen kilometers voor mijn rekening neem is het al pikkedonker en in theorie niet echt geschikt om dan nog te rijden. Want vanaf zonsondergang worden de kangeroes, wallabies, ... erg actief. Een van die Australische symbolen dook plots op voor "The Beast" vanuit het duister en ... Ik vermoed dat het beest op slag dood was en samen besluiten we zo rap mogelijk de auto aan te kant te schuiven en pas morgen opnieuw verder te rijden. Het feit dat de bullbar vooraan een stevige klop naar achteren heeft gekregen zorgt even voor wat verontrusting maar uiteindelijk blijft "The Beast" lekker voort sputteren.
Voor het eerst staat een trip naar een nationaal park op het programma. We houden een halte aan Lamington NP. Dit park hebben Jean, Bert en ikke 2j geleden reeds eens bezocht en we houden er goeie herrinneringen aan over. Een meerdaagse trek zit er niet in maar we leggen wel een tocht af van ongeveer 32km door subtropisch regenwoud. Alhoewel ook hier de droogte merkbaar is en vele varens er maar triestig en bruin bij staan.
De foto's laten het tegendeel vermoeden maar:
Voor het eerst staat een trip naar een nationaal park op het programma. We houden een halte aan Lamington NP. Dit park hebben Jean, Bert en ikke 2j geleden reeds eens bezocht en we houden er goeie herrinneringen aan over. Een meerdaagse trek zit er niet in maar we leggen wel een tocht af van ongeveer 32km door subtropisch regenwoud. Alhoewel ook hier de droogte merkbaar is en vele varens er maar triestig en bruin bij staan.
De foto's laten het tegendeel vermoeden maar:
We spenderen 2 nachten op de camping aan de ingang van het park en krijgen daarbij telkens het gezelschap van 'pademelons'. Dat is een soort van kleine wallabie en een wallabie is dan weer een soort van kleine kangeroe.
Op donderdag 7 december bevinden we ons nog iets meer oostelijk. We bereiken Tweed Heads een kustplaatsje op de grens van Queensland en New South Wales. Daar is het een blij weerzien met Anne-Katrin; een Duitse die we 2j geleden hebben leren kennen tijdens onze wwoofing periode in Broke. Ze ziet er nog altijd even stralend uit en heeft blijkbaar in de voorbije jaren Australie niet achter zich kunnen laten. Het hele verhaal ga ik jullie besparen (vooral geen goesting om dat allemaal neer te schrijven, ik ben tenslotte bijna 2mnd achterop met mijn blog) maar ze bevindt zich al enkele mnd in Tweed Heads en is net klaar met het behalen van haar 'dive-master' diploma. Ze werkt in een duikshop en kan vanaf nu ook starten met het opleiden van nieuwe duikers.
De eerste dag blijft het genieten van de zeeetje en een stralende zon. De gevolgend moeten we allen er bij nemen. Ondanks alle waarschuwingen her en der heeft niemand van ons zich goed ingesmeerd tegen de zon zodat we op de blaren moeten zitten. Niet dat we echt blaren hebben maar het doet toch geen deugd. De eerste foto is genomen vanop Fingel Head waarvan we een schitterend zicht hebben op Cook Island. Het is rond dat kleine eilandje dat we morgen willen gaan duiken. Het beloofd alvast wanneer we op dat zelfde moment enkele dolfijnen zien opduiken.
's Avonds komt de baas van Anne-Katrin, met vrouw en kind langs voor een dineetje. We steken een heerlijk 3-gangendiner in elkaar en de duiktrip van morgen wordt na het verorberen van een heerlijke chocoladedessert nog iets goedkoper.
Op zaterdag is het al vroeg uit de veren want tegen 7u worden we verwacht in de duikshop voor de klassieke voorbereidingen. Het is voor Pete een nieuwe ervaring, maar hij kan mits behulp van een snelcursus over enkele uren ook echt down under gaan. Voor Jean en ikke is het ondertussen ook al een tijdje geleden en een opfrisbeurt is dan ook meer dan welkom. De vele voorbereidingen en veiligheidsvoorschriften duren naar mijn gevoel altijd veel te lang, maar zonder dat zou het nooit 200% genieten zijn eens je kopje onder gaat. Jean en ik gaan als buddy's naar de bodem van de zee en worden daar achtergelaten op papier hebben we namelijk voldoende ervaring. Het voelt erg vreemd aan om daar op de grond achter te blijven. Slechts 2 seconden later is dat gevoel mijlenver weg wanneer een ongelofelijk mooie schildpad tot onder onze neus komt zwemmen. Voor je het goed en wel beseft zijn er 45min voorbije en is de zuurstoftank leeg.
Daarna is het voor plots heel wat minder. Eens terug op de boot moet je een interval houden vooraleer je aan duik nr.2 kan beginnen. Al het lekkers zoals koekjes, vers fruit, ... kunnen me gestolen worden want ik wordt vreselijk zeeziek. Zelden zo vlug zo slecht geworden en met me neer te leggen kan ik me nog enigzins behelpen. Wat niet wegneemt dat ik tegelijktijd ook meer dan eens moet kotsen. Allesbehalve geestig ik besluit dan ook niet voor een 2de x kopje onder te gaan, KL*TE.
Eens de boot opnieuw aan het varen is voel ik me met de seconde beter worden. Ik heb vooral last wanneer zo'n bootje stilligt en voortdurend op en neer dobbert.
Eens terug aan land voel ik me opnieuw kiplekker. Dat geldt ook voor de volgende dag wanner we een wandeling gaan maken in Mt Warning National Park. Het is vooral de klim naar de top van Mt Warning (1156m) die de moeite is. De tocht is ook de laatste inspanning die we doen want tot we de volgende morgen vertrekken spoken we niks bijzonder meer uit.
Toch weer een weekje kunnen meeleven en zodoende naderen we ook op mijn blog de Kerstdagen. Och ja, dat in de lucht stukje dat hebben jullie al gekregen bij het verslag over Bourke.
Greetz en X
Stijn
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home